Vluchtelingen rond Tsjaadmeer hebben steeds vaker geen eten

  • 18 augustus 2016
Oxfam zorgt voor basisvoorzieningen om vluchtelingen rond het Tsjaadmeer te helpen. Foto: Ibrahim Dung

Het is een van de grootste rampen van dit moment, maar waarschijnlijk heb je nog nooit van de Tsjaadmeer-regio gehoord. 2,6 miljoen mensen doen daar onvoorstelbare dingen om te overleven. Ze zijn op de vlucht voor het geweld van Boko Haram en het Nigeriaanse leger dat deze groep bestrijdt.

Wat is er aan de hand?

Het Nigeriaanse leger strijdt tegen de nietsontziende gewapende groep Boko Haram. Die zaait angst met brandstichtingen, verkrachtingen, ontvoeringen en moordpartijen. Door het geweld zijn miljoenen mensen op de vlucht. De meesten van hen verblijven rond het Tsjaadmeer. Daar stapelen de problemen zich nu snel op.

In een poging om Boko Haram uit te hongeren, heeft de Nigeriaanse overheid markten gesloten, mogen boeren niet meer op hun land en is het gebruik van voertuigen zoals motoren verboden.

Lisa Bay, die de hulp van Oxfam in de regio leidt, zegt: 'Burgers betalen een hoge prijs voor de pogingen van de regering om de bevoorrading van Boko Haram stil te leggen. Mensen moeten kunnen vissen, hun land kunnen verbouwen en levensmiddelen kopen en verkopen op de markt.'

 

Het Tsjaadmeer is het grootste meer in West-Afrika. In de regio’s rond het meer verblijven 2,6 miljoen vluchtelingen. Bijna twee miljoen van hen komen uit Nigeria. Ze zijn op de vlucht in eigen land.

Inmiddels weten we dat duizenden mensen al dagen niet meer hebben gegeten.

Lisa Bay: 'Lokale gemeenschappen zijn ongelofelijk gul geweest en hebben duizenden mensen op de vlucht eten en onderdak geboden. Maar nu hebben ze niets meer om te geven. Ze hebben nu zelf honger.' 

Fatma (17) is gevlucht voor Boko Haram. Ze zoekt zaden om haar eigen kind en kinderen van familieleden eten te geven. Foto: Vincent Tremeau

Vanuit rijke landen gaat er nauwelijks geld voor noodhulp naar de regio. Daardoor is er in de kampen en de gemeenschappen die vluchtelingen opvangen gebrek aan alles. Vrouwen en meisjes hebben steeds vaker ‘overlevingsseks’: seks in ruil voor wat te eten. En omdat er voor veel mensen geen mogelijkheid is iets te verdienen, kunnen ze geen kleren of zeep kopen.

Mohamad, die in een kamp in Niger zit, beschrijft het zo: ‘Eerst dacht ik: dit duurt niet lang. Maar ik ben hier nog steeds. Het leven hier is erger dan in een gevangenis. Hier hebben we niets, niet eens een wc.’

De kille feiten:

  • 65.000 mensen lijden aan hongersnood;
  • Voor 6,3 miljoen mensen is er nauwelijks nog eten;
  • In delen van Noord-oost Nigeria is de helft van de kinderen onder vijf jaar ondervoed;
  • 67,000 kinderen onder de vijf jaar halen oktober niet zonder acute voedselhulp.

Wat doen de humanitaire hulpverleners?

Rafsaniani coördineert de levering van hulpgoederen.

Een paar landen geven wél geld voor noodhulp in de regio, zoals Nederland. Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert de Dutch Relief Allience (DRA), een samenwerking van verschillende hulporganisaties zoals Oxfam Novib. Met die bijdrage kunnen mensen als Rafsaniani het ergste leed bestrijden.

Vaak is dat een logistieke nachtmerrie, zegt Rafsaniani die als humanitair hulpverlener werkt voor Oxfam. ‘Beschadigde bruggen en wegblokkades maken het lastig om eten en basisproducten bij de mensen te krijgen die ze nodig hebben.’

Rafsaniani laat zich niet uit het veld slaan: ‘Er zijn veel tegenslagen, maar ik krijg ook veel positieve reacties van mensen op de vlucht. Ik kan hun tranen wegnemen door de juiste dingen op het juiste moment te leveren.’

Priscilla werkt als protection officer in de kampen.

'Er is een groot gebrek aan veiligheid', merkt ze. Mensen hopen veilig te zijn in de kampen, maar dat is lang niet altijd het geval.

Soms lukt het gewapende strijders om de kampen binnen te komen, vertelt Priscilla. Ze werkt voor een partnerorganisatie van Oxfam als protection officer. Pas nog was er een bominslag in een kamp. Priscilla praat met mensen over het geweld. ‘Die gesprekken geven me moed. Mensen die kapot zijn van het geweld dat ze mee hebben gemaakt, zie ik weer lachen.’

Oxfam zorgt voor drinkwater in kamp Maiduguri waar 13.000 families wonen. Foto: Ibrahim Dung

Dankzij mensen als Rafsaniani en Priscilla is er voor steeds meer mensen in de regio water, sanitair, eten, vertrouwen en hoop. Maar we komen handen en geld tekort. Nu helpen Rafsaniani, Priscilla en hun collega’s zo’n 200.000 mensen. Eind 2017 moeten dat er 1 miljoen zijn.

Help ons 1 miljoen mensen te helpen:

 

De aandacht die deze ramp verdient

Behalve hulp leveren, doen we er alles aan om de wereld wakker te schudden. ‘Van alle grote rampen krijgt deze met afstand de minste aandacht en geld’, zei VN noodhulp-coördinator Stephen O’Brien al. Oxfam volgt en onderzoekt de ramp rond het Tsjaadmeer en roept overheden op te reageren.

Verhalen van vluchtelingen in de Tsjaadmeer-regio

‘Mijn pastamachine is het belangrijkste wat ik mee kon nemen’

Hadiza wist aan Boko Haram te ontsnappen. Ze is nu op de vlucht met haar kinderen en kleinkinderen. ‘We zijn nu 15 maanden in het kamp. We komen uit Damasak. Boko Haram vermoordde daar alle mannen en ontvoerde alle vrouwen. Zelf zat ik 18 dagen opgesloten in een huis. Toen wist ik te ontsnappen.’

Hadiza heeft moeite om haar familie genoeg te eten te geven. ‘We krijgen alleen rijst, bonen en een speciaal soort meel voor de kinderen. Dingen als tomaten, zout of peper kan ik niet betalen.’

‘Voor ik vluchtte, maakte en verkocht ik traditionele pasta. Als ik geld zou hebben, zou ik bloem kopen om pasta te maken. Mijn pastamachine is het belangrijkste wat ik mee heb kunnen nemen.’

‘Goddank loopt de winkel goed’

Modou (52) runt een van de weinige winkeltjes in vluchtelingenkamp Sayam in Niger. ‘Ik was handelaar in Damassak, Nigeria. Nu woon ik hier met mijn gezin. Toen ik hier kwam heb ik contact gezocht met de mensen met wie ik handelde. Dankzij hen heb ik nu dit winkeltje. Goddank loopt het goed.’

‘Er is geen leven meer daar’

Christina (40) vluchtte 8 maanden geleden uit Madagali in Nigeria. Nu verblijft ze in een vluchtelingenkamp bij de Nigeriaanse stad Yola. ‘We hebben dagen gelopen. Later ben ik nog een keer teruggegaan, om eten naar mijn moeder te brengen. Ze is te oud om zo ver te lopen en bleef achter met mijn gehandicapte dochter. Ze is door de rebellen geslagen, bestolen van al haar kleren, ook die ze aan had, en achtergelaten zonder eten. Het is nog steeds niet veilig daar. Alles is er kapot. Er is geen drinkwater, geen kliniek, geen school meer. Er is geen leven meer daar. Het was heel eng om terug te gaan met voortdurend het geluid van geweren.’

Bron: Oxfam Novib, 19 augustus 2016

Cookies

Logo Oxfam Novib

Fijn dat je onze site bezoekt

Cookies helpen ons om jou te laten zien wat je interessant en belangrijk vindt op onze eigen website, andere websites en sociale media. Vind je dat goed?

Logo Oxfam Novib

Cookies zelf instellen

Analytische en functionele cookies zijn nodig om te zorgen dat onze website goed werkt. Marketing en sociale media cookies zorgen dat je relevante advertenties ziet op andere websites. Welke cookies wil je accepteren?

Ik accepteer alle cookies
Ik wil geen marketing en social media cookies