Geen grap: 1 april was dit jaar onze Overshoot Day
De Nederlandse Overshoot Day viel dit jaar op 1 april, twaalf dagen eerder dan vorig jaar. Ondanks de datum is daar weinig grappigs aan. Sterker nog, het is slecht nieuws. Maar waarom? En wie moeten we in Nederland erop aanspreken? We vragen het aan onze klimaatexpert Jacqueline Persson.
Wat is Overshoot Day eigenlijk?
“Kort gezegd is Overshoot Day de dag waarop we alle grondstoffen hebben verbruikt die de aarde in één jaar kan produceren. Daarna gebruiken we de aarde dus op de pof. De wereldwijde Overshoot Day valt meestal in de zomer, maar ‘onze’ is inmiddels al geweest. De reden: ons gebruik ligt een stuk hoger dan het wereldwijde gemiddelde. In landen als Egypte en Irak valt Overshoot Day waarschijnlijk pas in het najaar .”
Is het erg dat onze Overshoot Day steeds vroeger valt?
“Ja, het laat zien dat we in Nederland véél meer van de natuur gebruiken dan de aarde aankan. We stoten meer CO2 uit dan bossen en oceanen kunnen opnemen en gebruiken meer voedsel en grondstoffen dan de aarde kan regenereren. Als iederéén zou consumeren als de gemiddelde Nederlander zou de mensheid vier aardes nodig hebben!”
Maar niet iedereen in Nederland verbruikt toch evenveel?
“Inderdaad, de gemiddelde Nederlander bestaat natuurlijk niet. De hoeveelheid natuur die we gebruiken, en wat we aan CO2 uitstoten, is niet voor iedereen gelijk. Om het in cijfers uit te drukken: de rijkste 1% van de wereld (77 miljoen mensen) stoot evenveel CO2 uit als de 66% met de laagste inkomens (5 miljard mensen). Ook in Nederland zijn de verschillen aanzienlijk, zoals te zien is in onderstaande afbeelding. Nederlands rijkste 10% stoot acht keer meer CO2 uit dan de armste 10%. Die rijkste 10% kan dus echt wel meer verantwoordelijk worden gesteld voor onze Overshoot Day dan Nederlanders met lagere inkomens.”
Dus: de rijkste 10% moet minder consumeren?
“De grootste opgave ligt niet bij de 10% rijkste Nederlanders. Die ligt bij de fossiele reuzen, de grote investeerders, de agro-industrie, supermarkten en banken, de zogenaamde systeemspelers. Zij bepalen welke producten er worden gemaakt en hoe duurzaam die zijn. Zij moedigen ons aan om zoveel en zo vaak mogelijk nieuwe spullen te kopen. Zij zijn de grootste vervuilers. Ook onze (nog te vormen) regering speelt een cruciale rol. Want die kan wetten maken om bedrijven te dwingen spullen te maken die langer meegaan, die te repareren en duurzamer geproduceerd zijn. Die wetten bestaan nog niet. Tegelijkertijd leggen veel bedrijven de schuld bij de consument, die zou vragen om een eindeloze stroom aan producten die bijdragen aan de klimaatcrisis. Maar onderzoek laat zien dat dit lang niet voor alle Nederlanders zo is, dat een groeiend aantal Nederlanders inziet dat het anders moet.”
Het is dus wachten op duurzame alternatieven?
“Helaas, nee we kunnen niet wachten. De klimaatcrisis dendert door. Record na record wordt gebroken. Europa is het continent dat het snelst aan het opwarmen is. In Nederland gaan we de gevolgen ook voelen. Maar het hardst getroffen worden mensen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Alleen al in maart zorgden extreme droogte, hitte en overstromingen ervoor dat 24 miljoen mensen in zuidelijk Afrika werden getroffen door honger, ondervoeding en waterschaarste. Er is dus niet echt tijd om te wachten.”
Wat kunnen we als Nederlanders nu al doen?
“Een makkelijke oplossing is er niet. Het is onmogelijk om alles wat we nu kopen en consumeren te verduurzamen, dat vraagt om een enorme hoeveelheid energie en grondstoffen. Met ons huidige consumptieniveau hebben we van sommige van die schaarse mineralen wel 10 tot 25% van de huidige, wereldwijde productie nodig. Het enkel vergroenen van alles wat we nu doen en kopen is dus niet de oplossing voor de steeds vroeger vallende Overshoot Day. Wetenschappers waarschuwen ook voor het risico van ’groene kolonisatie’, waarbij landen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika opnieuw de grondstoffen moeten gaan leveren om onze luxe consumptie te handhaven. Eindconclusie: rijke bedrijven en overheden moeten vooral aan de bak, maar daarnaast zullen de 10% rijkste Nederlanders het moeten doen met minder grondstoffen en energie. En dat betekent: meer hergebruik en vooral minder spullen.”