Waarom ongelijkheid een groter probleem is dan je denkt
Armoede bestaat. Maar iedereen kan armoede ontstijgen. Vooral in Nederland, want hier hebben we een sociale ladder waar iedereen op kan klimmen. Toch?
Eigenlijk lijkt het alsof we allemaal denken dat arm zijn een beetje je eigen schuld is. Er is misschien wel een kloof tussen arm en rijk, maar als je hard genoeg leert en een goede studie kiest, is die kloof te overbruggen.
Maar dan moet de wereld wel gelijk zijn
Armoede en ongelijkheid zijn twee begrippen die vaak in één adem met elkaar worden genoemd. Ze hebben ook veel met elkaar te maken, maar staan los van elkaar.
Je kunt in je ééntje arm zijn, maar je kunt niet in je ééntje ongelijk zijn. Kort gezegd betekent ‘armoede’ dat je ergens een tekort aan hebt. Bij ongelijkheid gaat het erom dat (minimaal) 2 mensen niet dezelfde kansen krijgen (of dezelfde toegang hebben tot eenzelfde middel).
Het meten van inkomensongelijkheid is een eerste stap
De meest gebruikte maatstaf voor inkomensongelijkheid is de Gini-coëfficiënt. Die kijkt naar de verdeling van welvaart in het land.
Het principe is simpel. Als de welvaart perfect verdeeld is, dan heb je een Gini-coëfficiënt van 0. Als 1 persoon alle welvaart heeft, dan heb je een score van 1. In een ideale situatie, zou je als land dus ergens tussen de 0 en de 0,5 willen uitkomen.
Wereldwijd daalt de inkomensongelijkheid
Als je alle Gini-coëfficiënten die bekend zijn van verschillende landen naast elkaar legt, dan is de ongelijkheid wereldwijd gedaald. Als alle inwoners op aarde in één land woonden, dan is de afstand tussen de allerarmste inwoner en de allerrijkste inwoner in de laatste jaren kleiner geworden.
Dat deze afstand is verkleind, komt vooral door landen die zich in de laatste decennia hebben ontwikkeld. Denk aan China. Maar vergis je niet: de afstand is misschien wel kleiner geworden, de ongelijkheid is nog steeds groot. Als we met z’n allen in één land zouden wonen, dan zou de ongelijkheid ongeveer even groot zijn als in Zuid-Afrika.
Maar binnen landen stijgt de ongelijkheid
Volgens de IMF monitor is de ongelijkheid in ongeveer 53% van de landen gedaald.
Hoewel de meerderheid van de landen een dalende ongelijkheid heeft, zijn het vooral de landen met veel inwoners waar we een stijging zien. Zo wonen 7 van de 10 mensen nog steeds in een land waar ongelijkheid groeit.
De kloof tussen arm en rijk is waarschijnlijk groter dan we denken
Het probleem met het berekenen van inkomensongelijkheid, is dat je inzicht nodig hebt in iemand zijn salarisstrookje. Maar de hoogte van topinkomens wordt vaak onderschat. Zo ontdekte de Correspondent dat de ongelijkheid in Nederland veel hoger is dan onze Gini-coëfficiënt van 0.28 doet vermoeden. En ontdekte onderzoekers in Indonesië een scheve beeldvorming over de verdeling van welvaart in het land.
Dat komt doordat er ook veel verstopt zit in vermogen
Inkomen en vermogen zijn net als armoede en ongelijkheid twee begrippen die op elkaar lijken, maar toch iets anders betekenen. Inkomen is wat jij iedere maand op je bankrekening krijgt. Vermogen is alles wat je bezit.
En als we dáár naar kijken, dan is het resultaat op z’n zachtst gezegd zorgwekkend.
Zo bezitten de 26 rijkste mensen op de wereld, evenveel als de armste helft van de bevolking
Dit bleek uit een Oxfam-rapport. Terwijl de superrijken hun vermogen zagen groeien met 2,5 miljard per dag, ging het vermogen van de armste helft van de wereldbevolking met 11% achteruit.
Ook in Nederland bezit de rijkste 1,3% zo’n 40% van alle rijkdom. Dit komt mede doordat het in veel landen voordelig is om je geld in een bedrijf te stallen. Veel vermogen is daar bovenop nog eens verborgen.
Ongelijkheid is slecht voor de economie
Er wordt vaak gezegd dat 'een beetje ongelijkheid goed is voor de economie'. Dit zorgt ervoor dat iemand dus hard gaat studeren, bijvoorbeeld. Of het risico neemt om een eigen onderneming te starten. Want er is een mogelijke beloning aan het eind.
Maar ongelijkheid kan de groei van de economie ook stuiten. Het IMF ontdekte dat als het inkomen van de top 20% met een procent zou groeien, de economie binnen 5 jaar met 0.08 procent zou dalen. De OESO berekende eveneens dat de economische groei van Mexico met 10% was verminderd door een groeiende ongelijkheid. De OESO keek vooral naar gebrekkig onderwijs als één van de oorzaken van ongelijkheid.
Zo stoppen we extreme ongelijkheid
Heel veel mensen hebben last van extreme ongelijkheid. Slechts een handjevol profiteert. De kans is groot dat ook jij benadeeld wordt door de diepe kloof tussen arm en rijk. Waarom worden de verschillen dan op veel plekken nog steeds groter? Dat komt omdat veel mensen niet weten hoeveel rijker de rijksten zijn dan zijzelf. En dat rijker worden als je rijk bent, makkelijker is dan uit armoede ontsnappen.
Er is een oplossing. Door sociale uitgaven beter te verdelen, belastingregels aan te passen en arbeidsrechten te verbeteren kun je de kloof kleiner maken.
Met belastingen kunnen overheden ervoor zorgen dat inkomen en vermogen eerlijker worden verdeeld. Maar het omgekeerde kan ook. Omdat rijke multinationals hun winsten wegsluizen via belastingparadijzen, lopen arme landen minstens 100 miljard euro aan belastinginkomsten weg. Zo worden de rijken rijker en blijven armen arm. Oxfam Novib voert wereldwijd actie voor een eerlijker belastingsysteem.