'Klimaatakkoord biedt breekbare reddingslijn voor armsten'
- 12 december 2015
Het VN-klimaatakkoord, dat vandaag in Parijs is afgesloten, is een historisch document, maar het biedt de armste en meest kwetsbare mensen weinig zekerheden om zich te kunnen wapenen tegen de stijgende zeespiegel, overstromingen en droogtes, zo waarschuwt Oxfam Novib vandaag.
Het akkoord is weliswaar een mijlpaal, maar het biedt niet de garanties dat landen snel hun broeikasgasuitstoot drastisch naar beneden gaan brengen, dan wel de garantie dat voldoende geld op tafel komt om arme landen te helpen. Dit maakt het zeer moeilijk om onder de 2 graden opwarming te blijven en bijna onmogelijk om te voorkomen dat de aarde meer dan 1,5 graad opwarmt. Dit terwijl meer dan honderd ontwikkelingslanden aangeven dat dit nodig is voor hun behoud. Het akkoord biedt wel aanknopingspunten, maar niet de garantie dat de meest kwetsbare en armste mensen in de wereld voldoende middelen krijgen om zich aan te passen aan steeds extremer en moeilijk voorspelbaar weer.
Marita Hutjes, die voor Oxfam Novib de voedsel en klimaatcampagne leidt: 'Dit akkoord gooit een reddingslijn uit naar de armste en meest kwetsbare mensen, maar wel een die ieder moment kan knappen. Er worden nieuwe beloftes voor klimaatfinanciering gemaakt, maar het akkoord dwingt landen niet om snel hun CO2-uitstoot te verminderen en zo een mondiale klimaatramp te voorkomen. Hierdoor nemen de kosten voor de armsten en de meest kwetsbare om zich te wapenen tegen klimaatverandering alleen maar verder toe.'
Het is belangrijk dat meer dan 190 landen zich voor het eerst vastleggen om klimaatacties te ondernemen. En in de aanloop naar de klimaattop ontwikkelden verschillende landen en bedrijven dit jaar nieuwe initiatieven om klimaatverandering aan te pakken. Maar de ambitieuze speeches en beloftes waarmee wereldleiders de top openden, zijn de afgelopen twee weken vervaagd.
Oxfam Novib stelt dat het cruciaal is dat overheden terugkeren naar de onderhandelingstafel, voordat het Parijs-klimaatakkoord in werking treedt in 2020, zodat ze hun toezeggingen voor uitstootreducties verder aanscherpen en het eens worden over de concrete, nieuwe financiële bijdragen.
'Regeringen uit alle werelddelen zijn bij elkaar gekomen om samen het gevecht tegen klimaatverandering aan te gaan, maar ze moeten niet vergeten hun achterstand in te halen. Samen met de miljoenen mensen die meededen aan klimaatmarsen over de hele wereld, blijft Oxfam Novib hen oproepen om de gevaren van klimaatverandering aan te pakken en ’s werelds armste en kwetsbaarste gemeenschappen de steun te bieden die ze nodig hebben', aldus Hutjes.
Het Parijsakkoord geeft aan dat er de komende jaren meer klimaatfinanciering nodig is, maar bevat geen concrete stappen of streefgetallen om hier ook daadwerkelijk voor te zorgen. Wel wordt voorzien om voor 2025 een hoger bedrag voor klimaatfinanciering vast te stellen, maar er wordt niet aangegeven hoeveel financiering er voor adaptatie beschikbaar zal zijn, iets waarop ontwikkelde landen momenteel pijnlijk te kort schieten.
'De hoogte van financiering voor aanpassing aan klimaatverandering moet aanzienlijk opgeschroefd worden, als er te weinig stappen genomen worden om de CO2-uitstoot te verminderen. Uit schattingen van Oxfam Novib blijkt dat het nieuwe akkoord ontwikkelingslanden kan confronteren met kosten die oplopen tot 800 miljard dollar per jaar. Dit zijn kosten die zij moeten maken om zich te weer te stellen tegen klimaatverandering', zo stelt Hutjes.
Herstel van schade bij klimaatrampen wordt nu apart erkend in het akkoord. Dit is positief. Maar aansprakelijkheid lijkt te worden uitgesloten. Hier moet goed naar gekeken worden.
Mensenrechten en steun voor vrouwen die het meest door klimaatverandering worden geraakt, worden wel genoemd, maar worden uiteindelijk niet in het kernakkoord zelf verankerd.
'Veel overheden verdedigden tijdens de onderhandelingen in Parijs hun eigenbelang en niet dat van hun eigen bevolking. Terwijl de rijkste landen de grootste verantwoordelijkheid hebben om klimaatverandering tegen te gaan, waren er weinig landen die opriepen tot sterkere maatregelen. Ze hebben daarvoor nu nog vijf jaar de tijd', zo zegt Hutjes.
De opkomende economieën, China, India, Zuid-Afrika en Brazilië, toonden meer leiderschap vóór de top in Parijs dan tijdens. Hun plannen voor uitstootbeperking leken een sfeer te scheppen voor een nieuw akkoord waarin ontwikkelingslanden een volwaardige rol zouden spelen in hun strijd tegen klimaatverandering. Maar toen de onderhandelingen eenmaal begonnen waren, trokken zij zich terug achter de barricaden, en waren het vooral landen als de Filippijnen, Colombia en Peru die constructieve voorstellen deden. Landen uit de Stille Zuidzee zijn erin geslaagd om hun standpunten te laten doorklinken. De EU en de VS probeerden een zelfbenoemde “ambitie coalitie” te lanceren, maar kwamen niet tot een echt aanbod op adaptatiefinanciering en herstelfinanciering, terwijl dat een sterker akkoord mogelijk had kunnen maken.
Bron: Oxfam Novib, 12 december 2015, laatst bijgewerkt: 23.23 uur