Libanon zou graag ruilen met Europa
- 4 april 2016
'Toen de eerste Syrische vluchtelingen hier aankwamen, ontving de bevolking hen als broeders’, zegt locoburgemeester Mohammed Savout van Bar Elyas, een stadje in de Bekaa Vallei, vlakbij de Syrische grens. ‘Toen de volgende tienduizend vluchtelingen kwamen, werden ze verwelkomd als vrienden. Toen er uiteindelijk zeventigduizend vluchtelingen waren op een bevolking van 35.000 werden ze gezien als indringers.'
Ik spreek met Savout in een klein kantoortje in het Alawadi kamp, vlakbij Bar Elyas. Savout legt me uit hoe de spanningen tussen vluchtelingen en bevolking een enorme druk op het gemeentebestuur leggen. ‘Daarom knepen we een oogje dicht toen hulporganisaties hier een vluchtelingenkamp wilden bouwen.’
Officieel zijn vluchtelingenkampen in Libanon niet toegestaan. De regering is bang dat vluchtelingen nooit meer weggaan als er semi-permanente voorzieningen voor ze worden opgezet.
1,2 tot 2 miljoen vluchtelingen
Het valt niet mee om een inzicht te krijgen in het aantal vluchtelingen, omdat de regering er alles aan doet registratie tegen te gaan. Niet alleen kost registratie 200 dollar, het levert vluchtelingen ook weinig op: ze krijgen geen status en ook geen werkvergunning.
Conservatieve schattingen komen uit op 1,2 tot 2 miljoen vluchtelingen op vier miljoen Libanezen. Minimaal een op de vijf mensen hier is dus een vluchteling.
Informele tentenkampen
De meeste vluchtelingen leven in de steden en dorpen, maar in de Bekaa Vallei leven velen in ‘informele tentenkampen’. Je ziet ze op braakliggend land, zonder enige faciliteiten. Sommigen staan in het platteland, andere langs de weg. Ik zag zelfs een kampement op een vuilnisbelt.
Vaak betalen de vluchtelingen de eigenaar van het land wat huur, maar als deze het land weer in gebruik wil nemen, moeten ze vertrekken. Oxfam heeft bij ruim veertig van deze nederzettingen basisvoorzieningen neergezet, zoals watertanks en latrines, maar het blijft een onhoudbare situatie.
Europa maakt problemen groter
Savout vraagt me of Europa zich niet bewust is van de enorme problemen in Libanon. Het sluiten van de grenzen in Europa voor alle vluchtelingen, maakt de problemen hier in zijn stad alleen maar groter.
Ik zeg dat ik me diep schaam voor de manier waarop Europa met deze zogenaamde vluchtelingencrisis omgaat, terwijl Europa de situatie wel degelijk aankan, als het maar op de juiste manier handelt. De echte crisis speelt zich hier af: in Libanon en andere buurlanden van Syrië, die samen intussen bijna 5 miljoen vluchtelingen herbergen.
Buiten de deur
Europa zou alles op alles moeten zetten om de druk op deze landen, en op dorpen en steden als Bar Elyas te verminderen. In plaats daarvan laten Europese landen juist deze week op de Syrië-conferentie in Genève zien, dat het er hen vooral om gaat vluchtelingen buiten de deur te houden.
In plaats van ruimhartig te zijn in het opnemen van de meest kwetsbare vluchtelingen uit de regio, geven rijke landen geen krimp en willen ze slechts een fractie van de door de VN Vluchtelingenorganisatie voorgedragen kwetsbare vluchtelingen opnemen. Ik kan het niet uitleggen aan burgermeester Savout en aan de wanhopige vluchtelingen die ik hier overal om me heen zie.
Beloften waarmaken
In plaats van de politieke crisis in Europa op te willen lossen door de opvang van vluchtelingen af te schuiven op de buurlanden van Syrië, zouden we deze landen moeten danken voor hun gastvrijheid en hen helpen bij het oplossen van hun problemen.
Laat in elk geval de rijke landen snel over de brug komen met het vorige maand in Londen toegezegde geld voor hulpprojecten. En er zijn andere, veel directere manieren om te helpen. Europese steden kunnen bijvoorbeeld banden aangaan met steden hier. Zo zou het prachtig zijn als een Nederlandse gemeente meneer Savout wil helpen om de basisvoorzieningen in zijn stad te verbeteren en uit te breiden. Die zijn immers afgestemd op de oorspronkelijke bevolking, niet op de verdriedubbeling van het aantal mensen dat er nu gebruik van moet maken.
Het liefst zou hij ook speeltuinen kunnen aanleggen, zodat de Syrische en Libanese kinderen elkaar spelenderwijs kunnen leren kennen. Het is de hoogste tijd voor meer medemenselijkheid.
Bron: Oxfam Novib, 4 april 2016