Moyo’s oplossing voor armoede werkt niet
- 29 januari 2010
Farah Karimi over het boek ‘Dead Aid’ van Dambisa Moyo
Alle hulp afschaffen?
Dambisa Moyo (foto: Oxfam Novib/International) |
Met het boek ‘Dead Aid’ gooide de van oorsprong Zambiaanse econome Dambisa Moyo een forse steen in een toch al rimpelige vijver. Schaf alle hulp in vijf jaar tijd af, betoogt ze. Alleen dan kunnen Afrikaanse landen de sprong naar economische groei maken. Farah Karimi algemeen directeur van Oxfam Novib herkent veel in de aanklacht van Moyo, maar vindt haar analyse tekortschieten en vooral haar oplossingen naïef.
Nederlandse editie ‘Dead Aid’
Dambisa Moyo was in Nederland voor de Globaliseringslezing. Ze presenteert daar ook de Nederlandstalige editie van haar invloedrijke boek ‘Dead Aid’.
De ontwikkelingssector reageerde zenuwachtig en verontwaardigd op dat boek. Een Afrikaanse econome die oproept tot afschaffing van alle hulp? Dat zou tot de dood van miljoenen Afrikanen kunnen leiden. Daartegenover staat een schare bewonderaars, die bevestigd ziet wat ze al vinden: ontwikkelingshulp kan beter gestopt worden.
In deze heftige tweestrijd sneeuwt de inhoud van Moyo’s betoog onder. Voor alles is het boek een aanklacht tegen de machtshonger en corruptie van Afrikaanse leiders. Vergeleken daarmee, zo stelt Moyo, valt de corruptie van de Chinezen nog mee; die investeren de opbrengst ten minste nog in hun eigen land. In tegenstelling tot veel Afrikaanse leiders, die geld weggsluizen naar geheime bankrekeningen of beleggingen in het rijke Noorden.
‘Schaf ontwikkelingshulp binnen vijf jaar af’ zegt Moyo
De kern van Moyo’s kritiek is dat een heel groot deel van het hulpbudget direct naar regeringen in Afrika wordt gestuurd. Dit houdt de corruptie van Afrikaanse leiders in stand, remt de groei, leidt tot ongewenste afhankelijkheid en maakt economische groei onmogelijk. Moyo bepleit daarom een schoktherapie. Schaf de ontwikkelingshulp (behalve de noodhulp) binnen vijf jaar af. Afrikaanse landen moeten geld lenen op de kapitaalmarkt, actief handel voeren, microkredieten verstrekken en overboekingen van geëmigreerde landgenoten stimuleren. Dan zal de economie groeien en is hulp niet meer nodig.
Onze strijd tegen armoede
Ik ben het hartgrondig met Moyo eens dat slecht bestuur, corruptie en falend politiek leiderschap funest zijn voor ontwikkeling. Met haar ben ik me zeer bewust van de gevaren van te grote hulpafhankelijkheid. Daarom is het voornaamste doel van Oxfam Novib de mensen en hun organisaties in ontwikkelingslanden te steunen om zelf het heft in eigen hand te nemen. Microkrediet - nu door vriend en vijand omarmd - is al 20 jaar een belangrijk instrument in onze strijd tegen armoede.
Moyo wijst terecht op grootschalig misbruik van hulp in de afgelopen vijftig jaar. Hulp was een smeermiddel in het Koude Oorlogspel, rijke landen gaven veelal gebonden hulp die vooral de eigen economie moest stimuleren en het IMF richtte grote schade aan met zijn structurele aanpassingsprogramma’s. Ontwikkelingsorganisaties als Oxfam Novib hebben echter altijd tegen die misstanden geageerd. Want met slechte hulp doe je inderdaad meer kwaad dan goed. Dus: what’s new, mevrouw Moyo? Denkt u dat de machtshonger en corruptie stopt als de hulp wordt gestaakt? Dan wordt er toch meer uit de ruif van de opbrengst van grondstoffen of overboekingen van geëmigreerde landgenoten gegraaid?
Voorstel is naief
Een recept tegen de hulpafhankelijkheid ziet Moyo in het afsluiten van obligatieleningen op de internationale kapitaalmarkt door Afrikaanse leiders. Maar als we iets geleerd hebben van de afgelopen periode, dan is het dat een volledig vertrouwen op de markt tot onaanvaardbare risico’s leidt. Het voorstel is, zeker na de enorme impact van de kredietcrisis, naïef. Laten we niet vergeten waar de arme landen vandaag de dag voor staan. Zij worden het hardst getroffen door de economische crisis en de klimaatcrisis, terwijl zij part nog deel hebben aan het ontstaan ervan. Die vrije markt willen we in het rijke westen niet meer, en het is dus ook geen goed recept voor welk ontwikkelingsland dan ook.
Moyo’s shocktherapie
De kapitaalmarkt, waarop Moyo haar oplossing voor Afrika baseert, is door de economische crisis bovendien hard onderuit gegaan. Voor die crisis waren er weliswaar voorbeelden van succesvolle obligatie uitgiften (Ghana) en buitenlandse investeringen (China), maar het afgelopen jaar is de toegang tot kapitaal voor Afrikaanse landen grotendeels weggevallen.
Zelfs president Kagame van Rwanda, die na het verschijnen van Moyo’s boek te kennen gaf wel te voelen voor Moyo’s shocktherapie, moest daarvan terugkomen. Eerder toegezegde investeringen vallen ook daar weg. Bovendien, de investeringen die China in Afrika pleegt – om China’s toegang tot cruciale grondstoffen veilig te stellen – leiden weliswaar tot nieuwe infrastructuur, maar wie weet of dat daadwerkelijk ontwikkeling voortbrengt? Afrika zit toch niet te wachten op onrendabele Betuwelijnen?
Regeringen dwingen om de financiering van de opbouw van hun land op de internationale kapitaalmarkt te regelen, is zeer risicovol. Geld- en kredietstromen zullen nog lang onzeker zijn en bieden nu geen garanties voor de langere termijn. Juist dat is wat verantwoordelijke leiders nodig hebben om te kunnen investeren in werkelijk duurzame ontwikkeling. Ontwikkelingsgeld alleen is daarvoor niet voldoende, maar is momenteel het enige houvast voor de anderhalf miljard mensen die in extreme armoede leven.
Grote klimaattop in Kopenhagen is een nieuwe kans
Moyo’s kritiek op ontwikkelingssamenwerking is gebaseerd op de veronderstelling dat hulp de armoede op zou lossen. Dat is een misverstand. Ontwikkelingssamenwerking alleen kan niet leiden tot duurzame economische groei en het oplossen van het armoedevraagstuk. Wat nodig is, is echte en toegewijde internationale samenwerking, waarbij de grote crises van deze tijd geïntegreerd worden aangepakt: een eerlijk handelsbeleid, meer aandacht voor landbouw, een stevige aanpak van de klimaatcrisis, een rechtvaardig economisch beleid en een gecoördineerd veiligheidsbeleid. Hiervoor is de wil en de moed nodig van onze politieke leiders om gezamenlijk tot actie over te gaan. De G20 leiders riepen zich in Pittsburgh uit tot wereldregering, maar hadden de armste landen niets te bieden. De grote klimaattop in Kopenhagen is een nieuwe kans. Zonder politieke doorbraken en samenhangend internationaal beleid is ontwikkelingssamenwerking niet meer dan een doekje voor het bloeden en is duurzame ontwikkeling onmogelijk. Dit alles betekent dat er geen ruimte is voor cynisme.
Een gemeenschappelijk doel
Moyo’s verdienste is dat ze het debat over ontwikkelingssamenwerking internationaal op de agenda zet. Maar met de vrije markt als oplossing verkoopt ze knollen voor citroenen. Het debat moet nu gaan over de vraag hoe duurzame ontwikkeling werkelijk tot stand komt. Daarbij is een kritische blik op de rol van overheden en bedrijven, maar ook van ontwikkelingsorganisaties en burgers, hard nodig. De hulp in vijf jaar stoppen is niet realistisch, maar de hulp zo snel mogelijk overbodig maken is ons gemeenschappelijke doel.
Bron: Oxfam Novib, 10 december 2009