Over de wereldwijde genderkloof: op naar een betere balans
‘Schreeuw je uit en versterk de stem van vrouwen’, luidt de slogan van de campagne die we op dit moment in Nederland voeren. Samen met wereldwijde vrouwenrechtenorganisaties en Oxfam Internationaal komen we in tachtig landen op voor gendergelijkheid.
Want wereldwijd stagneert de vrouwenemancipatie, blijkt uit verschillende nieuwe rapporten. Vooral de economische ongelijkheid neemt toe. Loonverschillen groeien. Vrouwen stromen mondjesmaat naar hogere posities. Als we zo doorgaan duurt het nog minstens 300 jaar voor de genderkloof is gedicht, zei Antonio Guterres, Secretaris Generaal van de Verenigde Naties eerder dit jaar.
Sociale normen staan gelijkheid in de weg
Voor het merendeel blijken het onze sociale normen te zijn die gendergelijkheid in de weg staan. Dat is een van de belangrijkste conclusies in de ‘Gender Social Norms Index’ van UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties. Want in de tachtig landen waar het genderonderzoek plaatsvond, geloven negen van de tien mensen dat vrouwen minder meetellen. Meer dan vijftig procent zegt dat mannen betere leiders zijn en dat ze meer toegang tot betaald werk zouden moeten hebben dan vrouwen.
In Nederland denken we heus niet beter over de economische positie van vrouwen, zo blijkt uit een onderzoek dat we onlangs lieten uitvoeren. Alhoewel negentig procent van de ondervraagden erkent dat vrouwen en mannen ongelijk worden behandeld, ervaart tweederde dat niet echt als een probleem.
Nederland scoort mager
Geen wonder, zou je kunnen concluderen, dat Nederland in de jaarlijkse Globale Gender Gap Index van het World Economisch Forum met 77,7 % gendergelijkheid op de 28ste plek blijft steken. Terwijl in de top van tien van best scorende landen, met onder meer Scandinavië, onze buren België en Duitsland en het Afrikaanse Namibië, de genderkloof al boven de tachtig procent is gedicht.
Even een greep uit die Gender Index: met een loonverschil van 36 % steekt Nederland ver uit boven de gemiddelde loonkloof van twintig procent. Ook de 13 % vrouwen in bestuurlijke functies is een mager resultaat.
Zorg is ongelijk verdeeld
Het lijk wel alsof de calvinistische opvattingen van vlak na de Tweede Wereldoorlog nog steeds bij ons bestaan: mannen horen geld te verdienen en vrouwen worden geacht voor het huishouden te zorgen. In ieder geval heeft de ‘lockdown’ tijdens de coronacrisis de economische vooruitgang van vrouwen jaren teruggezet, concludeert Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, in recent onderzoek. 34% van de vrouwen tegenover 23% van de mannen namen in quarantaine de zorgtaken in het huishouden over.
‘Gelijke rechten en plichten beginnen thuis’, vond de uitgesproken liberale Zweedse premier Olaf Palme (1927-1986). Vrouwen dienen volgens Palme ook financieel onafhankelijk te zijn. Met gratis crèches stimuleert Zweden vrouwen te werken. In Nederland worstelt de overheid al jaren met een degelijk kinderopvangbeleid. Ook de zorg voor de pasgeboren baby wordt in Zweden eerlijk verdeeld. Terwijl Nederlandse mannen pas twee jaar geleden een verlof kregen van vijf weken. Het behoud van ‘maar’ 70 % salaris blijkt een struikelblok voor mannen te zijn om die zorg daadwerkelijk op zich te nemen.
Betere balans tussen werk en zorg
Nederland loopt ook op onze zuiderbuur achter. België bedacht tien jaar geleden al de wet ter bestrijding van de loonkloof. Bedrijven worden verplicht maandelijks een financieel overzicht van de salarissen te geven. In Nederland bestaat die wet sinds een jaar. Maar veel bedrijven geven er nog niet echt gehoor aan.
‘Beleidsmakers, werkgevers en sociale partners zouden met elkaar het gesprek tegen genderongelijkheid moeten starten’, zegt onze genderspecialist Katinka Moonen. ‘Maar ook thuis moet de discussie worden gevoerd over een betere balans tussen werk en zorg.’ Een rechtvaardige economische wereld begint met een betere balans tussen mannen en vrouwen.