Waarom we stilstaan bij Keti Koti
Vandaag, op 1 juli, staan we stil bij Keti Koti. Op Keti Koti, ‘Ketenen gebroken’ in het Sranantongo, vieren we de vrijheid. Want op deze dag in 1863 schafte Nederland als een van de laatste landen formeel de slavernij in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen af. Bij wet werden mensen gedwongen om daarna nog eens tien jaar op de plantages te blijven werken. Tot 1873 dus, over twee jaar precies 150 jaar geleden.
We vieren de afschaffing van de slavernij. Maar we herdenken ook de ontelbare slachtoffers van dit afschuwelijke systeem van ontmenselijking, waarin Nederland zo’n actieve rol speelde. Daarbij beseffen we dat de erfenis van kolonialisme en slavernij doorwerkt in onze samenleving. Nog altijd zijn macht en welvaart oneerlijk verdeeld langs de lijnen van het vroegere kolonialisme.
Wereldwijd houden onderdrukking van minderheden en uitbuiting van arbeiders in lagelonenlanden systematische ongelijkheid in stand. In Nederland zien we de schrijnende realiteit van racisme en discriminatie terug in bijvoorbeeld etnisch profileren door de politie en de Belastingdienst, en kansenongelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.
Terwijl juist de diversiteit van alle kleuren, identiteiten, religies en achtergronden die hier thuishoren, Nederland maken tot het mooie land dat het is. Ook dat laat Keti Koti ons zien. Om recht te doen aan het héle verhaal van Nederland, onze geschiedenis en alle mensen die daarbij horen, zou Keti Koti een nationale feest- en herdenkingsdag moeten zijn. Wij ondersteunen de oproep van Nederland wordt Beter om dit voor elkaar te krijgen.
Binnen onze eigen organisatie grijpen we Keti Koti aan voor een moment van reflectie en zien het als een aansporing om te blijven strijden tegen ongelijkheid. Wereldwijd steunen we activisten in hun strijd tegen onderdrukking, stellen misstanden aan de kaak en we oefenen druk uit op bedrijven en overheden om ongelijkheid aan te pakken.
We kijken ook kritisch naar onszelf als organisatie, onze projecten en uitingen, en naar onze rol in de bredere NGO-gemeenschap, als werkgever en als collega’s onder elkaar. We werken aan een veilige werkomgeving waarin iedereen zich welkom voelt en durft uit te spreken, ongeacht kleur, religie, sekse of geaardheid. In onze communicatie willen we af van stereotyperingen en van de wij-zij tegenstelling langs koloniale lijnen.
Werken met kwetsbare mensen in armere landen brengt risico’s met zich mee door een ongelijke machtsdynamiek. We doen er dan ook alles aan om machtsongelijkheid te doorbeken en machtsmisbruik tegen te gaan. In onze programma’s en onze internationale Oxfam-confederatie staan lokale organisaties steeds meer centraal, zodat zij zelf hun agenda kunnen bepalen en toegang krijgen tot zowel internationale donoren als lokale machthebbers.
De strijd tegen ongelijkheid is nog lang niet gestreden. Laat Keti Koti ons herinneren aan een pijnlijk verleden, ons bewust maken van de vrijheid die we koesteren en ons aanmoedigen om wereldwijd te blijven strijden voor gelijkheid.