Foto: George Desipris

Wie betaalt de rekening van extreem weer?

Stormschade. Overstromingen. Mislukte oogsten. Enorme schadeposten door extreem weer. Catastrofaal voor mensen die toch al weinig hebben. Daarom kwam de wereld met een plan. Maar daar moeten landen zich wel aan houden.

Overal ter wereld zorgt de klimaatcrisis voor steeds meer problemen. Grote kans dat ook jij daar al wat van merkt. Zoals aanhoudende droogte in de zomer. Of vakantieplannen die juist in het water vallen. Letterlijk.

Nederland kan zich weren, maar veel landen niet

Tegelijkertijd heb je geluk. Nederland is een rijk land. Met stevige dijken. En huizen die tegen een stootje kunnen. Boeren lopen hier zeker risico bij extreem weer. Maar gelukkig kunnen ze zich verzekeren tegen een mislukte oogst.

In heel veel landen is dat anders. Mensen verdienen er (veel) minder. Huizen zijn er van klei en riet in plaats van steen. En een weersverzekering bestaat niet – of is onbetaalbaar voor boeren die hun land nog met de hand bewerken. In die landen zijn natuurrampen of lange periodes van regen of droogte catastrofaal.

VN-klimaatakkoord: $100 miljard voor aanpassing aan klimaatverandering

Daarom spraken rijke landen als Nederland, Duitsland, Frankrijk en Japan in 2015 tijdens de Klimaattop in Parijs af elk jaar $100 miljard bij te dragen voor landen die niet het geld hebben om zich te weren tegen extreem weer. Het geld is bedoeld voor:

  • Aanpassing aan de nieuwe weersomstandigheden
  • Duurzame ontwikkeling om CO2-uitstoot te verminderen

2017 formatie klimaatakkoord consequent uitvoeren

Het klimaatakkoord van Parijs

2015 was een spectaculair jaar. In Parijs besloten de machtigste mensen op aarde dat extreem weer een groot gevaar is voor iedereen. En dat we er dus samen iets aan moeten doen. Wat niemand voor mogelijk had gehouden, gebeurde. Alle landen ter wereld ondertekenden het klimaatakkoord. Daarmee beloven ze de opwarming van de aarde te stoppen. Om zo extreem weer een halt toe te roepen.

De landen beloofden zich aan 3 afspraken te houden:

  1. Er gaat evenveel geld naar aanpassing aan klimaatverandering als naar de vermindering van CO2-uitstoot.
  2. Landen die het kwetsbaarst zijn voor klimaatverandering – zoals kleine eilanden – en de armste landen krijgen voorrang.
  3. Het geld moet de landen helpen om hun eigen klimaatplannen uit te voeren. Zij weten natuurlijk als geen ander hoe ze weerbaarder kunnen worden tegen extreem weer.

Goede afspraken. Zou je zeggen. Maar er is een probleem. Landen houden zich er niet aan.

Toegezegde klimaatsteun aan kwetsbare landen blijft achter

De afspraken zijn helder. Maar toch gaat er van alles mis. Dat ontdekten we toen we alle rapportages van de rijke landen uitplozen.

Wat is het probleem? Het overgrote deel van het geld gaat naar het verminderen van de CO2-uitstoot. Terwijl veel meer geld zou moeten gaan naar aanpassingen aan extreem weer. Want juist het weerbaarder maken van mensen in kwetsbare landen is ongelofelijk belangrijk. Zij vangen nu al de klappen op van klimaatverandering, terwijl ze er het minst aan hebben bijgedragen.

En dat is niet alles. Ook de toegezegde steun aan de meest kwetsbare landen blijft achter. We schatten dat zij slechts 18% van de klimaatsteun ontvangen. Dat is veel te weinig.

Eigenlijk gaat het op alle mogelijke manieren mis met het beloofde geld. De landen die het toezegden, zijn creatief met boekhouden. Ze halen de gekste rekentrucs uit om je te doen geloven dat ze meer bijdragen dan ze werkelijk doen. Ze geven bijvoorbeeld geld in de vorm van een lening, maar rekenen het volledige bedrag mee als klimaatsteun. Of ze voegen een klimaatmaatregel toe aan een bestaand ontwikkelingshulpprogramma, en tellen dan de volledige waarde van dat programma mee in hun klimaatsteun.

Draagt Nederland wel zijn steentje bij?

Op het eerste gezicht lijkt ons land aardig op weg om zijn aandeel te betalen. Vergeleken met andere landen doet Nederland veel minder aan schimmige rekentrucs. Maar waar komt het geld eigenlijk vandaan?

Klimaatsteun of verdienmodel?

Een groot deel komt voor rekening van private investeerders. Het probleem is: we weten niet precies waar het geld naartoe gaat. We weten niet of het terecht is dat de Nederlandse overheid alle investeringen mag meetellen als klimaatsteun. En het is de vraag of deze investeerders voldoende rekening houden met de behoeften van de landen waarin zij hun geld stoppen. Zijn de investeringen een antwoord op een vraag, of volgen ze het verdienmodel van de investeerder? Kortom: misschien zijn de bedoelingen wel goed, maar we kunnen het niet controleren.

Sigaar uit eigen doos

En het geld dat de Nederlandse overheid zélf geeft? Daar zit helaas een luchtje aan. Dat komt namelijk uit het potje voor ontwikkelingssamenwerking. Is daar wat mis mee? Wel als je belooft dat het bestrijden van (de gevolgen van) klimaatverandering niet ten koste mag gaan van ontwikkelingsgeld. En dat is precies wat ook Nederland al in 1992 beloofde. Nederland geeft een sigaar uit eigen doos – en andere ontwikkelingsdoelen hebben het nakijken.

Wat moet er gebeuren ?

Eigenlijk is het heel simpel. De landen die de $100 miljard beloofden, moeten hun belofte nakomen. En volgens alle afspraken. Ja, dat vraagt een investering. Maar wel eentje die zich dubbel en dwars terugbetaalt. Zonder deze jaarlijkse bijdrage zal de prijs van extreem weer elk jaar hoger worden. Door meer mislukte oogsten. Meer verwoestende overstromingen. En vernietigend noodweer. De gevolgen zullen wij allemaal voelen.

Nederland moet het potje met ontwikkelingsgeld intact laten en nieuwe klimaatmaatregelen nemen die geld opleveren. Zoals een minimumprijs voor emissierechten, of heffingen op lucht- en zeevaart. Met dat geld kan de beloofde klimaatsteun betaald worden.

Wij blijven Nederland achter de broek aan zitten: afspraak is afspraak! En niet alleen Nederland. We spreken alle landen aan die beloofden bij te dragen aan de $100 miljard. Net zo lang tot ze hun belofte nakomen, op de manier die is afgesproken. Want alleen dan hebben de meest kwetsbare landen op aarde een kans in de ongelijke strijd tegen extreem weer.

Extreem weer en ongelijkheid: dit doen wij

Extreem weer is een van de belangrijkste oorzaken van ongelijkheid. Juist mensen die weinig hebben, worden het hardst getroffen. Zo zien boeren in Bangladesh hun akkers bijna elk jaar weer overstromen. Juist omdat ze weinig hebben, heeft zo’n overstroming rampzalige gevolgen. Een mislukte oogst betekent geen inkomen. Geen inkomen betekent dat deze boeren geen nieuwe zaden kunnen kopen om opnieuw te zaaien. Zo blijft de ongelijkheid in stand.

Naast ons lobbywerk op een eerlijk klimaatbeleid, voeren we projecten uit die mensen helpen zich te beschermen tegen extreem weer en de gevolgen daarvan. Lees bijvoorbeeld meer over onze landbouwscholen, waar boeren zaden kweken die beter bestand zijn tegen droogte of aanhoudende regen.

Veldscholen: Akello Hellen is one of the FFS facilitators from Amuria district.

Belast de grote klimaatvervuilers!

Het is code rood op onze aarde. Overstromingen, hitterecords, extreme droogte… Miljoenen mensen worden nu al keihard geraakt door de klimaatcrisis, juist in de meest kwetsbare landen. Ondertussen boeken grote vervuilers megawinsten. Daarom zeggen wij: belast de grote klimaatvervuilers en gebruik dit geld om mensen weerbaarder te maken tegen klimaatverandering! Vind jij dat ook?

Teken de petitie

 

Inspiratie in je mailbox

Ja, ik wil per e-mail informatie ontvangen over activiteiten, producten en manieren om Oxfam Novib te steunen.

Privacyvoorwaarden

Cookies

Logo Oxfam Novib

Fijn dat je onze site bezoekt

Cookies helpen ons om jou te laten zien wat je interessant en belangrijk vindt op onze eigen website, andere websites en sociale media. Vind je dat goed?

Logo Oxfam Novib

Cookies zelf instellen

Analytische en functionele cookies zijn nodig om te zorgen dat onze website goed werkt. Marketing en sociale media cookies zorgen dat je relevante advertenties ziet op andere websites. Welke cookies wil je accepteren?

Ik accepteer alle cookies
Ik wil geen marketing en social media cookies