Ontwikkelingshulp uit Nederland is behelpen
- 31 oktober 2020
Voor ontwikkelingssamenwerking reserveert Nederland 0,55 procent van het bnp, in 2021. Daarmee schendt het de internationale norm van 0,7 procent.
Deze week was het precies 50 jaar geleden dat de VN de internationale norm voor ontwikkelingssamenwerking introduceerde. Van ons bnp zou 0,7 procent worden gereserveerd om economische groei in ontwikkelingslanden te stimuleren. Dit idee was afkomstig van de Nederlander Jan Tinbergen, die in 1969 de Nobelprijs voor de Economie kreeg uitgereikt.
We zijn een eind gekomen met uitbannen van honger en armoede. Maar nu we in een mondiale economische, gezondheids- en klimaatcrisis zitten, moeten we een tandje bijzetten. Dat is ook in ons belang. Het welzijn van honderden miljoenen mensen staat op het spel. Aan politici de taak om internationale verantwoordelijkheid te tonen. En dan is het momenteel in Nederland eerder behelpen, in plaats van ruimhartig helpen. De consequenties van de coronapandemie zijn enorm. Wereldwijd zal naar verwachting een half miljard mensen opnieuw in armoede terecht komen.
Deze zorgwekkend dalende trend moet een halt worden toegeroepen
Er zijn al 400 miljoen banen verloren gegaan en de Internationale Arbeidsorganisatie schat dat meer dan 430 miljoen kleine ondernemingen gevaar lopen failliet te gaan. De Wereldbank waarschuwde dat de recessie decennia van vooruitgang in ontwikkelingslanden kan vertragen. De Nederlandse regering heeft natuurlijk als eerste prioriteit om ons land door de crisis te loodsen. Dat is op zich al een pittige opdracht, maar ze weet ook dat corona niet ophoudt bij de grens. Verspreiding niet en de gevolgen voor onze hulp en handel ook niet. De dreiging van de pandemie stopt pas als we die wereldwijd bestrijden. Maar ziet het kabinet die dreiging ook?
De Adviesraad Internationale Vraagstukken becijferde dat er voor internationale bestrijding een miljard vanuit de regering nodig is. Het kabinet stelde daarop 250 miljoen euro beschikbaar. Een schamele post voor de bestrijding van de pandemie. En een schijntje in vergelijking met de noodpakketten die voor de Nederlandse economie zijn uitgetrokken. Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking voor 2021. Ze financiert deze begroting met geld dat in de komende jaren nog moet worden terugverdiend: een onzeker scenario waarbij Nederland nog maar 0,55 procent van het bnp reserveert voor ontwikkelingssamenwerking, en dit gaat zonder extra investeringen verder omlaag. Daarmee verzaakt Nederland zijn internationale verantwoordelijkheid van 0,7 procent. Tinbergen zou hoofdschuddend hebben gekeken naar deze ontwikkelingen. Deze zorgwekkend dalende trend van ons hulpbudget moet een halt toegeroepen worden. Anderen helpen, ook als je het zelf moeilijk hebt, is juist iets om trots op te zijn.
We leven in een tijd waarin hulp ons allemaal helpt. Waarin we allemaal van elkaar afhankelijk zijn. Zijn we een land van helpers? Of zakken we af naar een land van behelpers?
Dit opiniestuk verscheen op 31 oktober in het Algemeen Dagblad.