Geld voor noodhulp Syrië harder nodig dan ooit
- 15 januari 2014
In Koeweit start vandaag de internationale donorconferentie voor Syrië. Oxfam roept landen op om ruimhartig bij te dragen aan humanitaire hulp.
Met de winter op komst worden de leefomstandigheden voor veel vluchtelingen steeds zwaarder. |
6,5 miljard dollar
Volgens de Verenigde Naties is er 6,5 miljard dollar nodig voor onmiddellijke humanitaire hulp in Syrië. Gerekend naar de omvang van de nationale economie wordt zo van ieder land een aandeel van het enorme bedrag verwacht.
Uit nieuw onderzoek van Oxfam blijkt welke landen aan hun humanitaire verplichtingen voldoen en welke landen nog achterlopen. Staten uit het Midden-Oosten leveren bovengemiddeld veel steun, terwijl Rusland en Japan achterblijven.
Arabische landen ruimhartig
Jordanië levert ruim 120 maal meer hulp dan hun internationale aandeel voorschrijft. Libanon ruim 56 maal. Samen met Koeweit, Saoedi-Arabië en Irak staan deze landen bovenaan de index van het Oxfam-onderzoek. Denemarken, Noorwegen, Engeland en Turkije leveren allemaal meer dan driemaal hun aandeel volgens de internationale norm.
Gareth Price Jones, hoofd van Oxfam’s Syrië-team is aanwezig bij de conferentie. Vanuit Koeweit zegt hij: ‘De conferentie komt op een kritiek moment. Het conflict escaleert en de humanitaire nood in Syrië zal in de loop van het jaar alleen nog maar toenemen. Dit is het grootste beroep op de internationale gemeenschap ooit.’
Rijkste landen blijven achter
Toch doen twee derde van de staten, waaronder de rijkste landen ter wereld, nog niet genoeg. Rusland heeft nog slechts 5% van zijn fair share geleverd. De Verenigde Staten toont weliswaar leiderschap, maar heeft nog niet aan de verplichtingen gedaan.
Naast de onmiddellijke hulp aan Syrië moet er ook extra geld komen voor de buurlanden die miljoenen vluchtelingen herbergen. De druk op hun infrastructuur en sociale voorzieningen is enorm. Extra geld is nodig om maatregelen te treffen en de veiligheid te waarborgen.
Bron: Oxfam Novib, 15 januari 2014