Derde van ontwikkelingsbudget blijft in Nederland: hulp aan allerarmsten ondermijnd door bedrijfssteun en asiel kosten
- 13 april 2016
In de nieuwe OESO-cijfers over de ontwikkelingsbudgetten van de rijke landen over 2015, lijkt Nederland met een budget van 0.76% van het BNP weer terug bij de afgesproken internationale norm. Dat is echter een geflatteerd cijfer. Een derde van de ongeveer 5 miljard gaat helemaal niet naar de allerarmste landen. Ongeveer 1,6 miljard (31%) van de 5 miljard hulpgelden wordt in Nederland uitgegeven.
Nederland voert in het ontwikkelingsbudget van 2015 1,2 miljard op aan kosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland, bijna een kwart (23%) van het totale OS budget in 2015. Het kabinet dekt deze kosten door alvast een voorschot te nemen op de verwachtte economische groei in 2016. Valt die groei tegen, dan krimpt het hulpbudget voor 2016 nog verder.
'Goede en humane opvang van vluchtelingen in Nederland is heel belangrijk, maar het is geen ontwikkelingshulp,’ zegt Farah Karimi, algemeen directeur van Oxfam Novib. ‘Dat Nederland die kosten uit het hulpbudget betaalt is een politieke keuze. Het is gênant dat Nederland zelf de grootste ‘ontvanger’ is van z’n eigen hulpbudget, en dan ook nog een voorschot neemt uit het ontwikkelingsbudget van morgen. Juist nu méér ontwikkelingshulp nodig is om iets te doen aan de grondoorzaken van armoede, honger en conflict, waardoor miljoenen mensen wereldwijd op drift raken.’
Nog eens bijna 8,2% van het hulpbudget, 419 miljoen euro, gaat naar het Nederlandse bedrijfsleven in de vorm van subsidies, exportsubsidies binnen het Dutch Good Growth Fund, of activiteiten om het imago van Nederlandse bedrijven te versterken. Volgens een recent rapport van de Algemene Rekenkamer ontbreekt echter het bewijs dat de inzet van het bedrijfsleven bijdraagt aan ontwikkeling.
‘In plaats van een budget voor Ontwikkelingssamenwerking kunnen we langzamerhand beter praten over een binnenlandse grabbelton. Het kabinet speelt mooi weer met een budget van 0,7% van het Nationaal Inkomen voor hulp, maar de allerarmsten worden voor de gek gehouden.’
Rijke landen beloven al decennialang 0,7% van hun nationaal inkomen te besteden om extreme armoede en ongelijkheid tegen te gaan. Vorig jaar namen de regeringsleiders nog de nieuwe mondiale ontwikkelingsdoelen aan, de SDG’s. Deze doelen hebben als ambitie om tegen 2030 extreme armoede te beëindigen. Daarbij is ontwikkelingshulp voor de meest achtergestelde landen nog steeds essentieel. Een half jaar later moeten we vaststellen dat rijke landen steeds meer ontwikkelingshulp voor zichzelf houden. Verschillende landen zorgen er zelfs voor dat de OESO de regels over hulp verder versoepeld, om andere kosten onder het hulpbudget te kunnen rekenen.
‘Uiteindelijk schieten we onszelf in de voet. Als we de problemen elders in de wereld op hun beloop laten, raken ze ons hier vroeg of laat ook. Juist nu moeten we meer investeren in ontwikkelingssamenwerking en inzetten op voedselzekerheid, de uitbanning van extreme armoede, mensenrechten, gender gelijkheid en conflicttransformatie.’