OESO-aanpak belastingontwijking schiet ernstig tekort
- 5 oktober 2015
De maatregelen tegen internationale belastingontwijking die de OESO zojuist heeft aangekondigd, volstaan niet om multinationals eerlijk belasting te laten afdragen in alle landen waar ze actief zijn. Zo stelt Oxfam Novib in haar reactie op het zogenaamde BEPS-pakket van de OESO. Ontwikkelingslanden blijven hierdoor miljarden aan belastinginkomsten mislopen.
Francis Weyzig, belastingexpert Oxfam Novib: 'De OESO-maatregelen schieten ernstig tekort. Specifieke bedrijfsbelangen wegen duidelijk zwaarder dan het recht van arme landen op eerlijke belastingafdracht door bedrijven die in hun land actief zijn. Arme landen zijn te weinig en te laat betrokken in de besluitvorming en trekken nu aan het kortste eind.'
Een zwak compromis
Over de aanpak van schadelijke belastingregimes voor licentie-inkomsten werd een zwak compromis gesloten. OESO-landen spraken af om deze regimes aan te passen of af te schaffen, maar multinationals die hier al gebruik van maken, zoals McDonald’s, mogen dat tot 2021 blijven doen. De OESO geeft deze multinationals zo in feite een vrijbrief om schadelijke belastingconstructies te blijven gebruiken.
Specifieke aandachtspunten voor ontwikkelingslanden, zoals een gecoördineerde aanpak van kostbare belastingvrijstellingen voor buitenlandse investeerders, stonden niet op de agenda. Bovendien krijgen belastingdiensten uit ontwikkelingslanden vaak geen toegang tot nieuwe rapportages die grote multinationals moeten indienen. Daarvoor ontbreken namelijk de benodigde verdragen met belangrijke thuislanden van multinationals, zoals de VS.
Naar verwachting zullen de Ministers van Financiën van G20 landen zich later deze week achter het BEPS-pakket scharen.
Ontwikkelingslanden gelijkwaardig betrekken
Weyzig: 'Als de G20 serieus naar een eerlijk wereldwijd belastingsysteem toe wil, moeten de leden dit pakket zo snel mogelijk uitvoeren, maar zich gelijk ook committeren aan verdere hervorming van het wereldwijde belastingsysteem.'
Oxfam Novib benadrukt dat ontwikkelingslanden daarbij voortaan in iedere fase op een gelijkwaardige manier betrokken moeten worden. Bij het opzetten van het BEPS-project waren alleen OESO- en G20-landen betrokken, met andere woorden de 44 rijkste en grootste economieën. Pas in de laatste fase mochten 14 ontwikkelingslanden mee onderhandelen.
Geld nodig voor ontwikkelingsdoelen
Ontwikkelingslanden lopen miljarden aan overheidsinkomsten mis door belastingontwijking. Geld dat hard nodig is om de vorige maand afgesproken nieuwe ontwikkelingsdoelen te halen, zoals betere basisvoorzieningen en het terugdringen van ongelijkheid.
Een lichtpuntje in het BEPS-pakket is de afspraak om in alle belastingverdragen brede bepalingen tegen misbruik op te nemen. Nederland was daar al mee begonnen, maar moet nu een tandje bij zetten om te zorgen dat de reikwijdte van anti-misbruikbepalingen in Nederlandse verdragen voldoet aan de nieuwe OESO-standaard.
Noot voor de redactie:
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Jules van Os, persvoorlichter Oxfam Novib: 0651573683. Francis Weyzig is beschikbaar voor interviews.