EERSTEHULPVERLENERS in humanitair werk
HET HUMANITAIRE SYSTEEM STAAT ONDER DRUK...
Meer landen in crisis of conflict betekent meer mensen die slachtoffer worden en hulp nodig hebben. Het is voor de internationale gemeenschap, waaronder de VN en Internationale NGO‘s (INGO), steeds moeilijker om het stijgend aantal crises en de groeiende complexiteit daarvan te bestrijden. Op dit moment hebben naar schatting 125 miljoen mensen noodhulp nodig.
Het lijden in de wereld heeft een niveau bereikt dat een generatie lang niet zo ernstig is geweest. Conflicten en rampen hebben miljoenen kinderen, vrouwen en mannen naar het randje van de dood gebracht. Ze hebben onze hulp wanhopig nodig.
Stephen O‘Brien, Adjunct-Secretaris-Generaal voor Humanitaire Kwesties en en coördinator van de noodhulp van de VN
Steeds vaker spelen lokale organisaties een sleutelrol in de noodhulpverlening. In geval van nood zijn zij effectieve first responders; ze hebben grondig inzicht in de context; ze weten waarom ze doen wat ze doen en ze zoeken samenwerking met de gemeenschap – voor, tijdens en na een ramp. Echter, het internationale humanitaire systeem negeert deze cruciale positie. Lokale actoren worden vaak gepasseerd of alleen gebruikt als doorgeefluik van het internationale hulpverleningssysteem. Dit zie je terug in de financieringsstromen: maar iets meer dan 0,2 % van de beschikbare gelden komt direct terecht bij lokale en nationale organisaties.
OXFAMS STRATEGIE
Oxfam heeft een lange traditie in het werken met lokale partners bij humanitaire hulpverlening. Het stimuleren van hun kracht, hen de ruimte en een stem geven, is de basis van Oxfams strategie om lokale hulporganisaties ook daadwerkelijk de leiding te laten nemen.
Vergroting van draagkracht van de lokale organisaties is de beste en snelste manier om hulp terecht te laten komen bij die mensen die dat het hardst nodig hebben. Om de lokale partners zo goed mogelijk te ondersteunen heeft Oxfam inzicht nodig in het lokale/nationale noodhulpsysteem en luistert het naar lokale experts.
RAFIQUL ALAM - BANGLADESH
Als voormalig vrijheidsstrijder voor zijn land, heeft Rafiqul Alam de afgelopen 40 jaar onophoudelijk voor zijn volk gevochten – dit keer tegen de armoede.
De arme bevolking die aan de kust van Bangladesh woont, lijdt onder analfabetisme, ziektes en diverse natuurrampen. Het land wordt ieder jaar geteisterd door cyclonen en hoge vloedgolven. Al tientallen jaren staan Alam en zijn organisatie Dwip Unnayan Songstha (DUS) in de frontlinie met hulp, herstel- en hervestigingsprogramma’s.
De afgelopen jaren hebben Alam en DUS steun voor hun werkzaamheden gekregen van internationale organisaties. Maar Alam is er heilig van overtuigd dat hij tot meer in staat is. “Je kan geen succesvol plan uitwerken voor een klein eiland als je zelf in de stad blijft zitten,” zegt Alam. In andere woorden: de lokale bevolking moet van begin tot eind bij de plannen betrokken worden.
MARIE ALTA JEAN-BAPTISTE - HAITI
De meesten van ons doen hun best hun leven lang zo min mogelijk met rampen bezig te zijn. Maar bij Madame Marie Alta Jean-Baptiste is dat anders. Elke dag opnieuw is ze voorbereid op het ergste.
Haïti lijdt ieder jaar opnieuw onder de verwoestende gevolgen van natuurrampen, zoals overstromingen, wervelstormen en aardbevingen. Elke ramp heeft grote gevolgen voor de bevolking – huizen worden verwoest, boerderijen liggen in puin, dierbaren worden verwond, vermist, gedood. Deze toch al kwetsbare mensen worden zo steeds verder op zichzelf teruggeworpen. Madame Jean-Baptiste leidt nu al meer dan 10 jaar de rampenbestrijding bij de Haitian Civil Protection Agency (DPC). Er rust een zware taak op haar schouders, die niet geschikt is voor slappelingen!
De aardbeving in 2010 was een catastrofe op een schaal waarop niemand was voorbereid. De donaties stroomden binnen en de internationale gemeenschap stond klaar om te helpen. Maar de regering van Haïti had de zaak niet in de hand. Van de geschatte $9 miljard die na de aardbeving naar Haïti ging, ging minder dan 2% naar Haïti’s NGO’s, haar bedrijven of de regering. Meer dan 98% werd uitgegeven door internationale organisaties, aannemers, militaire- en donor-instanties. Er was geen enkele coördinatie tussen internationale organisaties en Haïtiaanse overheidsinstanties. “Dit was een ramp op zich. Als donor geef je alle middelen in handen van NGO’s – die niet verplicht zijn om met de regering samen te werken of de prioriteiten van het land te respecteren,” verklaart Madame Jean-Baptiste. ”Na deze ervaring hebben we duidelijk gemaakt dat we niet langer op deze manier door willen werken.”
De aardbeving in 2010 was een catastrofe op een schaal waarop niemand was voorbereid. De donaties stroomden binnen en de internationale gemeenschap stond klaar om te helpen. Maar de regering van Haïti had de zaak niet in de hand. Van de geschatte $9 miljard die na de aardbeving naar Haïti ging, ging minder dan 2% naar Haïti’s NGO’s, haar bedrijven of de regering. Meer dan 98% werd uitgegeven door internationale organisaties, aannemers, militaire- en donor-instanties. Er was geen enkele coördinatie tussen internationale organisaties en Haïtiaanse overheidsinstanties. “Dit was een ramp op zich. Als donor geef je alle middelen in handen van NGO’s – die niet verplicht zijn om met de regering samen te werken of de prioriteiten van het land te respecteren,” verklaart Madame Jean-Baptiste. ”Na deze ervaring hebben we duidelijk gemaakt dat we niet langer op deze manier door willen werken.”
Negen maanden later stelde een uitbraak van cholera hun nieuwe aanpak op de proef – met positieve resultaten. Echter, er is nog veel werk te doen. Voor Madame Jean-Baptiste, blijft ‘local’ het toverwoord! Overal waar ze gaat benadrukt zij dat niet alleen Haïti op nationaal niveau in staat moet zijn om aan rampenbestrijding te doen, maar dat de bevolking dat ook zelf moet kunnen.
23 EN 24 MEI: WORLD HUMANITARIAN SUMMIT
Op 23 en 24 mei 2016 vindt de allereerste Humanitaire Wereldtop plaats in Istanbul, op initiatief van Ban Ki-Moon. Alle betrokkenen die samenkomen op de top – wereldleiders, humanitaire donoren en instanties – zullen samen een overtuigend plan opstellen voor een nieuw wereldwijd noodhulpsysteem. Humanitaire actie moet daarbij altijd zo lokaal mogelijk geregeld worden; internationale betrokkenheid moet passend en noodzakelijk zijn.
De belangrijkste uitkomsten van de Humanitare Top volgens Oxfam:
• Uitbreiding van de financiële steun aan nationale initiatieven voor preventie en noodhulpverlening. In 2020 moet tenminste 10% van de humanitaire financiering rechtstreeks naar nationale of lokale organisaties gaan. (Oxfam verhoogt vanaf 2018 deze financiering van 20% naar 30%)
Istanbul moet het keerpunt worden op weg naar een menselijker noodhulpsysteem. Overheden en alle andere spelers in de noodhulpverlening, van de VN en Oxfam tot de kleinste lokale organisatie in het veld, moeten samenwerken om tot een beter internationaal systeem van noodhulpverlening te komen. Er is politieke druk én geld nodig om de noodhulpverlening in de frontlinies te ondersteunen - zodat de duizenden lokale organisaties die wij onze partners noemen, ook echt gelijkwaardige partners in humanitair werk worden.
Winnie Byanyima, Executive Director of Oxfam International