Waarom horen we niets over Bangladesh?
Het lijkt wel alsof de wereld overstroomt. Eerst Houston, nu orkaan Irma. En voor de oplettende kijker, zijn ook Bangladesh, India en Nepal de dupe van grote overstromingen. De kans is alleen groot dat je over de laatste landen niks, of bijna niks, hebt gehoord in het nieuws. Ondanks dat er 40 miljoen mensen zijn getroffen en al 1250 doden zijn gevallen. Hoe kan dat?
'Ik verwacht dat de overstromingen in Bangladesh volgende week helemaal geen nieuws meer zijn', onze persvoorlichter Jules sprak dit afgelopen week al uit. En hij kreeg gelijk. Nog voor de overstromingen genoeg tractie kregen in de media, werd het acht uur journaal overgenomen door de grote ravage van Orkaan Irma.
Een selectie en afweging
In Bangladesh, India en Nepal zijn veel huizen, klinieken en scholen verwoest. De slachtoffers hebben geen of weinig toegang tot eten en schoon water. Bijna alle oogsten zijn mislukt en vee is omgekomen. Maar niemand die het weet. 'Het is altijd een selectie en afweging van en door mensen. Dat hoort bij journalistiek', zegt Marcel Gelauff, hoofdredacteur van de NOS.
Het belang van beeld
'Nieuwskanalen kregen dagelijks 100 minuten aan beeld binnen van Houston, maar er komen al dagen geen nieuwe beelden binnen uit Bangladesh', vult Jules deze conclusie aan. Het beeldmateriaal is heel schaars, waardoor nieuwsmedia de ramp niet goed in beeld kunnen brengen. Ook bij Oxfam Novib merken we dat het lastig is om goed beeldmateriaal te krijgen uit de gebieden, al werken we er zelf en hebben we een responsteam die al noodhulp biedt.
Zonder beeld, is het lastig om over te brengen wat er aan de hand is. En juist bij Bangladesh, Nepal en India is dit zo belangrijk. Hoe dichterbij huis iets gebeurt, hoe belangrijker het wordt gevonden. Bangladesh, Nepal en India liggen zowel geografisch ver van Nederland af, als cultureel. Het is daarom enorm lastig om een verhaal onder de aandacht te brengen als we ook geen beeld hebben om dit uit te drukken.
Timing is cruciaal
Voor veel van ons staan de beelden van de Tsunami in 2004 in ons geheugen gegrift. De enorm grote golf die het land overspoelde. De paniek onder de mensen. We kwamen met z'n allen massaal in actie. Wrang genoeg had dit ook met timing te maken. De tsunami vond plaats tijdens kerst. Veel mensen zaten thuis.
Het was ook één van de eerste keren dat we bijna live konden meekijken én het was ook nog eens een periode waarin mensen vrijgeviger zijn. Maar een ramp gaat natuurlijk niet wachten op onze timing.
Maar hoe zorgen we dan voor noodhulp?
Minder aandacht, betekent minder actie, betekent minder donaties voor noodhulp. Toch zijn er dus nog 40 miljoen mensen in Bangladesh, Nepal en India die hulp nodig hebben. Hoe zorgen we dan als organisatie dat we deze mensen toch kunnen helpen?
Allereerst heeft Oxfam Novib een algemeen noodhulpfonds. Hier is altijd geld gereserveerd voor noodgevallen. Binnen 48 uur kunnen we klaar staan met de eerste hulp. Voor een deel bestaat het uit geld dat is opgehaald voor eerdere acties, maar dat voor wat voor reden dan ook (nog) niet is uitgegeven. De noodhulp bleek goedkoper dan verwacht, de schade bleek minder groot, ga zo maar door. Het bestaat ook uit giften van donateurs en bedrijven.
Doordat Oxfam bovendien een internationale organisatie is, met veel verschillende kantoren, kunnen we elkaar ook waar nodig ondersteunen. Het ene land weet misschien meer aandacht te genereren voor een ramp dan het andere land. Samen zorgen we voor de juiste hulp.