Waarom we géén patenten op zaden moeten willen
Zaden zijn het begin van ons voedsel én ze zijn van ons allemaal. Eeuwenlang hebben boeren in Nederland en wereldwijd hun beste zaden en planten geselecteerd om betere voedselgewassen te ontwikkelen. Maar sinds een paar jaar steken grote bedrijven daar een stokje voor, door patenten op bepaalde gewaseigenschappen aan te vragen. Deze patenten vormen een existentiële bedreiging voor voedselzekerheid, keuzevrijheid voor boeren en voor een eerlijke verdeling van welvaart. Daarom strijden wij tegen patenten op zaden.
Blog door Nout van der Vaart, beleidsmedewerker voedsel en landbouw
Sinds de mens begon met landbouw, zo’n 12.000 jaar geleden, selecteren en bewaren boeren hun beste planten en zaden om zo het jaar erop weer te kunnen zaaien. Door de zaden te selecteren van hun beste planten en verschillende rassen van een soort te laten kruisbestuiven konden boeren verbeterde of nieuwe versies van die plant ontwikkelen. Zoals tarwe met een grotere graankorrel, of mais die beter tegen koude weersomstandigheden kan.
Een beloning voor de boeren: het kwekersrecht
Toen ongeveer een eeuw geleden in Europa de professionele plantveredeling opkwam, gingen bedrijven zich toespitsen op het veredelen – het verbeteren dus - van planten. Nederland heeft een belangrijke rol gehad in de professionalisering van de plantveredeling: grote veredelingsbedrijven rondom Enkhuizen en in het Westland zijn al decennialang toonaangevend in de wereld, en Nederland is wereldwijd geroemd om z’n zadenkennis.
Nederland is ook een van de bedenkers van het zogenaamde kwekersrecht: dit geeft zaadveredelaars het alleenrecht om een nieuw ontwikkeld ras voor een bepaalde periode (vaak 25 jaar) te mogen verkopen. Omdat het vaak 5 tot 10 jaar duurt om een nieuw ras te ontwikkelen, is het kwekersrecht een goede manier voor een bedrijf om die tijd en moeite terug te verdienen. Hoewel dit model in Europa breed geaccepteerd en toegepast is, botst in landen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika het kwekersrecht soms met de rechten van kleinschalige boeren om allerlei zaden – waaronder nieuw, kwekersrechtelijk beschermd zaaigoed – te bewaren en onderling uit te ruilen en te verhandelen. De invoering van het kwekersrecht vereist daarom per land een specifieke aanpak, waarin voldoende rekening wordt gehouden met de rechten en zadenuitruilpraktijk van boeren.
Een eind aan de innovatie: patenten op gewaseigenschappen
Maar een veel grotere bedreiging voor de vrije zadenuitruil tussen boeren en de vrijheid voor plantveredelaars om zaden te verbeteren, zijn patenten op zaden. Sinds een paar jaar lukt het grote bedrijven namelijk steeds vaker om in Europa patent aan te vragen op eigenschappen in voedselgewassen, zoals weerbaarheid tegen virussen, droogte of hitte in een plant. Hoewel patenten op klassiek veredelde planten – het hierboven beschreven proces van selecteren en kruisen van planten – niet zijn toegestaan, vinden bedrijven steeds vaker mazen in de wet om dit tóch voor elkaar te krijgen.
Dit komt doordat bedrijven zeggen een ‘technische stap’ te hebben gebruikt in het tot stand brengen van de planteigenschap die ze willen patenteren. Volgens Europese patentwetgeving mag er namelijk wél patent worden verstrekt op planteigenschappen die op een technische manier – door genetische modificatie – zijn ontwikkeld. Doordat het momenteel onduidelijk is welke stappen het Europees Patentbureau – de Europese instantie die gaat over het toekennen van patenten – wel en niet als genetische modificatie beschouwt, vervagen bedrijven moedwillig de grens tussen klassieke veredeling en genetische modificatieprocessen.
Grote bedrijven dreigen boeren en plantveredelaars weg te concurreren
Wat het nog ingewikkelder maakt, is dat gewaseigenschappen die door genetische modificatieprocessen tot stand kunnen worden gebracht, in veel gevallen óók in de natuur of via klassieke veredelingsprocessen tot stand kunnen komen. Bedrijven gebruiken dus vaak een ‘technisch sausje’ in hun patentaanvraag, terwijl dat in feite helemaal niet nodig is om de gewenste eigenschap te ontwikkelen, of ‘uit te vinden’ – die kan namelijk elders of in de natuur ook al voorkomen. Experts waarschuwen dat patenten op gewaseigenschappen die door genetische modificatie zijn ontwikkeld, óók een claim zullen leggen op planten met dezelfde eigenschap die via klassieke veredeling zijn ontwikkeld. Dat zorgt voor veel verwarring en ongerustheid bij plantveredelaars en boeren: het kan nu voorkomen dat eigenschappen die zij gebruiken in hun veredelingsprogramma’s geclaimd worden door andere bedrijven.
Bedreigd door patent: uitspraak deze week
Dat geldt bijvoorbeeld voor het kleine Nordic Maize Breeding. Maisveredelaar Grietje Raaphorst uit Friesland werd vorig jaar geconfronteerd met een patent die het Duitse bedrijf KWS had verkregen op een eigenschap in mais waar zij zelf al jarenlang mee werkt. Het gaat om resistentie tegen kou. In noordelijke, koudere gebieden is het heel normaal om in het veredelingsproces maisplanten te selecteren op basis van hun bestendigheid tegen kou. In deze video legt Grietje uit welke gevolgen dit voor haar heeft. ‘DNA kan toch niet van grote bedrijven zijn? DNA is toch van de natuur?’
Video
Op deze plek staat een YouTube video. YouTube plaatst cookies.
Als je die hier wilt bekijken, kies dan bij cookie-instellingen dat je social media cookies accepteert.
Of bekijk de video buiten deze site op YouTube.
Oxfam Novib strijdt al jarenlang samen met het internationale No Patents On Seeds! netwerk tegen het toekennen van patenten op zaden. Volgens het nieuwe rapport van No Patents On Seeds zijn er in 2023 20 patenten op klassiek veredelde gewassen toegekend, waaronder mais, tarwe, meloen, komkommer en tomaat. Samen met No Patents on Seeds! en Grietje diende Oxfam Novib vorig jaar een bezwaar in tegen het toekennen van het patent op haar mais. Het Europees Octrooibureau wees dit bezwaarschrift af, waarna we hebben besloten om in hoger beroep te gaan.
Patenten vooral goed voor de winst van grote bedrijven
We hopen dat het Europees Patentbureau het patent alsnog herroept en ongeldig verklaart. Om ervoor te zorgen dat veredelaars zoals Grietje mais en andere voedselgewassen kunnen blijven verbeteren en ontwikkelen, is het noodzakelijk dat het Europese verbod op patenten op klassiek veredelde planten beter wordt gehandhaafd. We vragen de Europese lidstaten om dit samen voor elkaar te krijgen, en hier bij het Europese Patentbureau op aan te dringen.
Patenten op zaden zijn vooral een manier voor grote bedrijven om hun concurrenten uit te schakelen en hun marktmacht te vergroten. Zij vormen een bedreiging voor de vrijheid voor kwekers en boeren om zaden te kiezen, te bewaren, te telen en te verhandelen. Daarmee vormen patenten op zaden een bedreiging voor de voedselzekerheid in de wereld, en voor een gelijke verdeling van marktmacht, economische kansen en welvaart.
Geen patenten op zaden, dus!