‘Misschien overleef ik het virus niet, maar mijn kinderen zijn het belangrijkst’
Voordat het coronavirus Ethiopië bereikte, verkocht alleenstaande moeder Atsede Getaneth genoeg groenten om haar gezin eten te geven en haar kinderen naar school te sturen. Maar door de maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen, is Atsede de wanhoop nabij. Haar verhaal staat symbool voor dat van vele vrouwen die wereldwijd in de informele sector werken.
Atsede verkoopt al 13 jaar groenten op straat in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Elke ochtend staat ze om 6 uur op om groenten op de markt te verkopen, die ze daarna langs de weg verkoopt. Daarnaast liep ze iedere dag naar rijkere wijken om daar huishoudelijk werk te verrichten.
Maar sinds het coronavirus in haar stad rondwaart, mag ze bij de meeste families waar ze werkte niet meer over de vloer komen. Bovendien werd Atsede onlangs ziek en moest ze een operatie ondergaan. Uit angst voor het virus durfde ze een maand niet naar buiten om groenten te verkopen. ‘Maar ik heb het punt bereikt waarop ik niet meer in bed kan blijven liggen. Met de pijn van de operatie nog in mijn lijf, moet ik de straat weer op om mijn gezin te kunnen onderhouden.’ Omdat haar twee dochters nu niet naar school mogen, neemt ze hen elke dag mee.
Misschien overleef ik dit virus niet, maar nu zijn mijn kinderen het belangrijkst. Ik kan ze geen honger laten lijden.
Atsedes handel lijdt zwaar
Net als veel mensen met informele beroepen (beroepen die niet officieel geregistreerd staan), lijdt Atsedes handel zwaar onder het coronavirus. De overheid heeft de grootste groentemarkt in Ethiopië verplaatst naar de straat waar Atsede haar groenten verkoopt, waar het gemakkelijker is om afstand te houden. Haar klanten komen daarom niet meer naar haar toe.
Zo’n 85.8 % van de werkgelegenheid in Afrika is informeel. In Ethiopische steden is dat meer dan de helft. Door lockdowns en afstandsmaatregelen staan deze werkenden voor een duivels dilemma. Als ze zich aan de regels houden, kunnen ze geen geld verdienen. Doen ze dat niet, lopen ze het risico om het virus te verspreiden of te krijgen.
Vrouwen extra hard geraakt
Veel informele bedrijfjes worden gerund door vrouwen als Atsede, wiens gezinnen volledig op hun inkomen steunen. Deze vrouwen komen niet in aanmerking voor steunmaatregelen van de overheid. Zij worden daarom extra hard geraakt door de coronacrisis.
Atsede verdient nu minder dan een dollar per dag. ‘Wat me het meest pijn doet, is dat ik mijn kinderen niet kan geven wat ze nodig hebben. Ik kan niet eens olie en teff [graan wat in Ethiopië als basis dient voor de maaltijd] betalen. Kleding wassen voor rijke mensen zou mijn inkomen kunnen aanvullen, maar zij willen niet dat ik kom uit angst voor het virus.’
500 miljoen mensen in armoede
Atsedes verhaal staat niet op zichzelf. Door de wereldwijde economische gevolgen van de coronacrisis kunnen 500 miljoen mensen extra in armoede terechtkomen. Dat is zo'n 8 procent van de wereldbevolking. Om deze ramp te voorkomen, roepen wij rijke landen op om maatregelen nemen om ontwikkelingslanden bij te staan. Want alleen samen kunnen we deze crisis verslaan.
Zo verslaan we corona
Wij steunen vrouwen als Atsede met het uitdelen van zeep, schoon water, voeselpaketten en financiële steun. Wil je meer lezen over ons werk in de strijd tegen corona? Hier vind je verhalen uit de landen waar we werken, blogs van onze experts, inspirerende video's en meer.
Lees ook
-
Salma uit Pakistan komt in actie tegen corona
-
Zo stoppen wij grote ziekte-uitbraken als corona
-
Hulpverleners vertellen: ‘Laten we deze crisis aangrijpen als kans voor verandering’
-
De prijs van de coronacrisis voor meisjes en vrouwen in Pakistan
-
Jongeren in het zonnetje: zo strijden zij wereldwijd tegen corona
-
Samen door moeilijke tijden
-
De giftige hoofdrol van Nederland in ons voedselsysteem
- Trefwoorden: Corona Ethiopië